Ballen
Terwijl we aan de Zweedse balletjes zitten, moet ik opeens denken aan de ‘Swedish Chef’ uit de Muppetshow, tennissend met zijn eigengebakken gehaktballen. Een van mijn favoriete scènes uit de televisieserie.
De kok met zijn aparte recepten, die meestal oneetbaar zijn. Zijn imitatie- Zweeds is niet te evenaren, verder dan ‘slôte hôte knäckebrôte’, kom ik niet. Toch weet men precies waar de scènes over gaan, doordat hij er af en toe een verstaanbaar Engels woord tussendoor gooit.
Zijn weerbarstige koksmuts die hij telkens met een nonchalante ruk naar achteren zwiept, de handbewegingen en zijn enorme borstelige wenkbrauwen; geweldig.
Voor de manier waarop hij onaantastbare, perfecte tv-koks op de hak neemt, verdient hij alleen al een Michelinster.
En dan de begintune van elke sketch, eindigend met ‘bork-bork-bork’ waarna hij zijn keukengereedschap over zijn schouders gooit en alle potten en pannen van de planken vliegen.
Meesterlijk is de scène waarin hij popcorn maakt, de magnetron vergeet en vervolgens ten onder gaat in een vloedgolf van popcorn.
Ik bedenk mij trouwens opeens dat ik waarschijnlijk een soort verwantschap voel, omdat het bij mij in de keuken ook vaak allesbehalve op rolletjes loopt.
Het sluitstuk van zijn kookprestaties is vergelijkbaar met mijn poging om eiwit te kloppen in een piepklein schaaltje. Op dat moment ontdekte ik dat eiwit bij opkloppen ‘groeit’.
Maar we dwalen af, wij zitten dus aan de Zweedse balletjes… Restaurant Nomad in Stockholm is vermaard om zijn Zweedse keuken.
Zij hebben een beperkte menukaart met louter Zweedse gerechten, waaronder natuurlijk dé balletjes: ‘kotbullar’ met cranberries, komkommer en aardappelpuree.
De ballen uit het vermaarde meubelwarenhuis kunnen er niet aan tippen. Enig punt van kritiek aan Nomad is het meubilair. Comfortabel zitten is er niet bij. Hoge krukken en banken met onhandige voetsteunen aan wiebelige tafels.
Een tafeltje tegenover ons zit een bejaard Japans echtpaar, qua afmetingen ver onder de gemiddelde Europese lengte. Hun voeten bungelen boven de voor hun onbereikbare voetsteunen.
Zij kijken net zoals hun voeten bungelen. Hulpeloos. Waar zijn de eetstokjes, wat moeten we met dat ijzeren gereedschap?
Hoe krijg ik die ballen in mijn mond? Het principe van de vork is snel uitgevogeld, nu dat mes nog. Vervolgens de combinatie mes én vork. Lastig!
Net zoals de sketches van de Swedisch chef, eindigt ook deze scène als slapstick. Want buiten dat de balletjes heerlijk zijn, kunnen ze héél goed rollen. Over de vloer!
De kok met zijn aparte recepten, die meestal oneetbaar zijn. Zijn imitatie- Zweeds is niet te evenaren, verder dan ‘slôte hôte knäckebrôte’, kom ik niet. Toch weet men precies waar de scènes over gaan, doordat hij er af en toe een verstaanbaar Engels woord tussendoor gooit.
Zijn weerbarstige koksmuts die hij telkens met een nonchalante ruk naar achteren zwiept, de handbewegingen en zijn enorme borstelige wenkbrauwen; geweldig.
Voor de manier waarop hij onaantastbare, perfecte tv-koks op de hak neemt, verdient hij alleen al een Michelinster.
En dan de begintune van elke sketch, eindigend met ‘bork-bork-bork’ waarna hij zijn keukengereedschap over zijn schouders gooit en alle potten en pannen van de planken vliegen.
Meesterlijk is de scène waarin hij popcorn maakt, de magnetron vergeet en vervolgens ten onder gaat in een vloedgolf van popcorn.
Ik bedenk mij trouwens opeens dat ik waarschijnlijk een soort verwantschap voel, omdat het bij mij in de keuken ook vaak allesbehalve op rolletjes loopt.
Het sluitstuk van zijn kookprestaties is vergelijkbaar met mijn poging om eiwit te kloppen in een piepklein schaaltje. Op dat moment ontdekte ik dat eiwit bij opkloppen ‘groeit’.
Maar we dwalen af, wij zitten dus aan de Zweedse balletjes… Restaurant Nomad in Stockholm is vermaard om zijn Zweedse keuken.
Zij hebben een beperkte menukaart met louter Zweedse gerechten, waaronder natuurlijk dé balletjes: ‘kotbullar’ met cranberries, komkommer en aardappelpuree.
De ballen uit het vermaarde meubelwarenhuis kunnen er niet aan tippen. Enig punt van kritiek aan Nomad is het meubilair. Comfortabel zitten is er niet bij. Hoge krukken en banken met onhandige voetsteunen aan wiebelige tafels.
Een tafeltje tegenover ons zit een bejaard Japans echtpaar, qua afmetingen ver onder de gemiddelde Europese lengte. Hun voeten bungelen boven de voor hun onbereikbare voetsteunen.
Zij kijken net zoals hun voeten bungelen. Hulpeloos. Waar zijn de eetstokjes, wat moeten we met dat ijzeren gereedschap?
Hoe krijg ik die ballen in mijn mond? Het principe van de vork is snel uitgevogeld, nu dat mes nog. Vervolgens de combinatie mes én vork. Lastig!
Net zoals de sketches van de Swedisch chef, eindigt ook deze scène als slapstick. Want buiten dat de balletjes heerlijk zijn, kunnen ze héél goed rollen. Over de vloer!