Beugelbekkie
In het voorbijgaan lacht zij mij toe. Een mooie lach. Ze draagt een slotjesbeugel met slotjes in alle kleuren van de regenboog. Rood, oranje, geel groen, blauw, indigo en violet. Ik kijk nog even om.
Op ongeveer achtjarige leeftijd was ik gefascineerd door beugels. In die tijd waren zij nog geen gemeengoed, slechts een enkele uitverkorene ging er tijdelijk mee door het leven. De zomervakantie van toen stond, in mijn herinnering, in het teken van dé beugel.
Mijn buurmeisje, zo‘n zes jaar ouder dan ik, had er een. Niet zo’n geavanceerd model als die van tegenwoordig, maar toch… Ik vond het geweldig, dat zilveren draadje over die voortanden. Zij haatte het ding: te pas en te onpas deed zij hem uit. Tot ergernis van haar moeder. ‘Doe die dure beugel in, straks gaat hij kapot. Het geld groeit niet op mijn rug!’ Elk eetmoment nam zij haar kans waar. Als buurmeisje een snoepje at, een boterham of als zij fruit at, ging hij uit. Straks schiet er iets tussen!
De beugel legde zij dan naast zich op een schoteltje. Het gehemelteplaatje van de beugel was mooi transparant en het draadje glom zo prachtig. Mijn vriendinnetje vond het ook wel wat hebben. Wij keken er graag naar. Onze diepste wens was om de beugel een keer te passen en breed lachend in de spiegel te kijken. Wat zou dat fijn zijn!
Van ijzerdraadjes uit de sluitclips van boterhamzakjes, knutselde ik mijn eigen beugel. Een lastig werkje. De draadjes waren slecht in model te krijgen. Daarnaast schoot hij steeds van mijn tanden en prikte venijnig in mijn tandvlees.
Op een zonnige middag ruimde buurmeisje haar kamer op. Al haar speelgoed vloog met een boog het raam uit. Te kinderachtig! Haar moeder gebood haar geïrriteerd alles op te ruimen. Maar ja, opstandige pubers zijn van alle tijden en buurmeisje vertikte het om te luisteren. In plaats daarvan vroeg ze aan ons of wíj alles wilden opruimen. In ruil daarvoor mochten wij het speelgoed houden én haar beugel passen. Dat was een goede deal, wij gratis speelgoed en een beugelbekkie!
De teleurstelling was groot. Het magische voorwerp paste van geen kant.
Beugels blijven voor mij een fascinerende materie. Als zestigplusser ga ik er niet meer aan beginnen. Echter deze regenbooguitvoering is wel bijzonder verleidelijk. Al is het alleen maar om in deze homofobe tijd een statement te maken. Dat is steeds harder en harder nodig.
Op ongeveer achtjarige leeftijd was ik gefascineerd door beugels. In die tijd waren zij nog geen gemeengoed, slechts een enkele uitverkorene ging er tijdelijk mee door het leven. De zomervakantie van toen stond, in mijn herinnering, in het teken van dé beugel.
Mijn buurmeisje, zo‘n zes jaar ouder dan ik, had er een. Niet zo’n geavanceerd model als die van tegenwoordig, maar toch… Ik vond het geweldig, dat zilveren draadje over die voortanden. Zij haatte het ding: te pas en te onpas deed zij hem uit. Tot ergernis van haar moeder. ‘Doe die dure beugel in, straks gaat hij kapot. Het geld groeit niet op mijn rug!’ Elk eetmoment nam zij haar kans waar. Als buurmeisje een snoepje at, een boterham of als zij fruit at, ging hij uit. Straks schiet er iets tussen!
De beugel legde zij dan naast zich op een schoteltje. Het gehemelteplaatje van de beugel was mooi transparant en het draadje glom zo prachtig. Mijn vriendinnetje vond het ook wel wat hebben. Wij keken er graag naar. Onze diepste wens was om de beugel een keer te passen en breed lachend in de spiegel te kijken. Wat zou dat fijn zijn!
Van ijzerdraadjes uit de sluitclips van boterhamzakjes, knutselde ik mijn eigen beugel. Een lastig werkje. De draadjes waren slecht in model te krijgen. Daarnaast schoot hij steeds van mijn tanden en prikte venijnig in mijn tandvlees.
Op een zonnige middag ruimde buurmeisje haar kamer op. Al haar speelgoed vloog met een boog het raam uit. Te kinderachtig! Haar moeder gebood haar geïrriteerd alles op te ruimen. Maar ja, opstandige pubers zijn van alle tijden en buurmeisje vertikte het om te luisteren. In plaats daarvan vroeg ze aan ons of wíj alles wilden opruimen. In ruil daarvoor mochten wij het speelgoed houden én haar beugel passen. Dat was een goede deal, wij gratis speelgoed en een beugelbekkie!
De teleurstelling was groot. Het magische voorwerp paste van geen kant.
Beugels blijven voor mij een fascinerende materie. Als zestigplusser ga ik er niet meer aan beginnen. Echter deze regenbooguitvoering is wel bijzonder verleidelijk. Al is het alleen maar om in deze homofobe tijd een statement te maken. Dat is steeds harder en harder nodig.