Inburgerperikelen
Wij hebben een nieuwe huisgenoot. Ouwe getrouwe reageert nogal heftig op de nieuweling. Blijf uit mijn territorium! Blazend slaat hij zijn klauwen uit in de richting van de contactzoekende vreemdeling die met de staart tussen de benen het hazenpad neemt. ’t Zijn nog lang geen vrienden… Áls het er ooit van komt.
De eerste nacht begint hoopvol. Nieuweling in de huiskamer, ouwe getrouwe op de eerste verdieping. Manlief en ik nestelen ons in het echtelijk bed en kijken een tv-serie. Tot dusver niets aan de hand. Ouwe getrouwe, enigszins van de leg, kruipt aan het voeteneind.
Na een kwartier nemen we beneden de eerste piepgeluidenwaar, gevolgd door wat voorzichtige blafjes. Negeren, komt vast goed. Binnen het uur is het geluid aangezwollen tot aan indrukwekkend wolvengehuil en diep vibrerend geblaf. Ouwe getrouwe zoekt van ellende inmiddels bibberend zijn heil onder het dekbed.
Het noodplan treedt in werking. Wat volgt is een volksverhuizing. We evacueren ouwe getrouwe met kattenbak, voederbakjes en dekentje naar de logeerkamer. Onder protesterend gemauw keert hij mij diep beledigd de kont toe.
Nieuweling wordt naar boven gesjouwd. Mand, speeltjes en kauwbot volgen. Oei, wat eng hier. Zijn bruine hondenogen kijken zoekend rond. Even de boel verkennen. Vlugge trippelgeluiden over de pvc vloer. Pitstop voor de logeerkamerdeur. Heftig gesnuif; ‘Ik heb hier een spoor van die je-weet-wel-kater’. Aan de andere kant van de deur klinkt venijnig geblaas.
Terwijl manlief als een blok in slaap valt, probeer ik nieuweling naar zijn mand te dirigeren. Eindelijk rolt hij op de rug en sluit zijn ogen. Nu ik nog.
Twee uur later schrik ik wakker. Oude getrouwe stapte blijkbaar in zijn kattenbak en graaft daar luidruchtig een kuil. Nieuweling gromt een partijtje mee op de maat van de graafwerkzaamheden. Na de kleine of grote boodschap en het dichten van het gat, keert de rust weer. Totdat ouwe getrouwe begint te jengelen en de logeerkamerdeur molesteert. Arme verf en arme ik.
Ik heb het helemaal gehad en knal onze slaapkamerdeur dicht. Manlief snurkt verder, nieuweling doet vrolijk mee.
Om half drie sluip ik naar het toilet. Als ik na gedane zaken de badkamerdeur open, schrik ik me te pletter. Nieuweling staat grommend en blaffend voor mij. Waaks is hij zeker, daar hoeven we niet aan te twijfelen. Help, voorzichtig schuifel ik langzaam naar de slaapkamer. Bang voor eigen hond, een eerste klas klucht.
Wat een nacht!
De eerste nacht begint hoopvol. Nieuweling in de huiskamer, ouwe getrouwe op de eerste verdieping. Manlief en ik nestelen ons in het echtelijk bed en kijken een tv-serie. Tot dusver niets aan de hand. Ouwe getrouwe, enigszins van de leg, kruipt aan het voeteneind.
Na een kwartier nemen we beneden de eerste piepgeluidenwaar, gevolgd door wat voorzichtige blafjes. Negeren, komt vast goed. Binnen het uur is het geluid aangezwollen tot aan indrukwekkend wolvengehuil en diep vibrerend geblaf. Ouwe getrouwe zoekt van ellende inmiddels bibberend zijn heil onder het dekbed.
Het noodplan treedt in werking. Wat volgt is een volksverhuizing. We evacueren ouwe getrouwe met kattenbak, voederbakjes en dekentje naar de logeerkamer. Onder protesterend gemauw keert hij mij diep beledigd de kont toe.
Nieuweling wordt naar boven gesjouwd. Mand, speeltjes en kauwbot volgen. Oei, wat eng hier. Zijn bruine hondenogen kijken zoekend rond. Even de boel verkennen. Vlugge trippelgeluiden over de pvc vloer. Pitstop voor de logeerkamerdeur. Heftig gesnuif; ‘Ik heb hier een spoor van die je-weet-wel-kater’. Aan de andere kant van de deur klinkt venijnig geblaas.
Terwijl manlief als een blok in slaap valt, probeer ik nieuweling naar zijn mand te dirigeren. Eindelijk rolt hij op de rug en sluit zijn ogen. Nu ik nog.
Twee uur later schrik ik wakker. Oude getrouwe stapte blijkbaar in zijn kattenbak en graaft daar luidruchtig een kuil. Nieuweling gromt een partijtje mee op de maat van de graafwerkzaamheden. Na de kleine of grote boodschap en het dichten van het gat, keert de rust weer. Totdat ouwe getrouwe begint te jengelen en de logeerkamerdeur molesteert. Arme verf en arme ik.
Ik heb het helemaal gehad en knal onze slaapkamerdeur dicht. Manlief snurkt verder, nieuweling doet vrolijk mee.
Om half drie sluip ik naar het toilet. Als ik na gedane zaken de badkamerdeur open, schrik ik me te pletter. Nieuweling staat grommend en blaffend voor mij. Waaks is hij zeker, daar hoeven we niet aan te twijfelen. Help, voorzichtig schuifel ik langzaam naar de slaapkamer. Bang voor eigen hond, een eerste klas klucht.
Wat een nacht!